Vertrouwenspersoon Voorwaarts
Soms komt het voor dat er binnen de vereniging iets gebeurt waar je jezelf niet prettig bij voelt in relatie tot trainers, leiders, teamgenoten of andere betrokken mensen. Of dat je te maken hebt met gedrag waar je je niet prettig bij voelt. Dit is vaak heel lastig: wat kan wel, wat kan niet.
Hierbij kan het gaan om gedrag dat zich uit op het gebied van:
- Seksuele intimidatie
- Discriminatie
- Agressie en geweld
- Pesten
- Vermoeden van misstanden
- Ander gedrag waardoor jij je onveilig voelt
Vanzelfsprekend gaat het hier om ongewenst gedrag dat niet overeenkomt met de gedragsregels en gedragscodes die de vereniging nastreeft. Wanneer je te maken hebt met ongewenst gedrag kun je contact zoeken met de vertrouwenspersoon van de vereniging.
Om het wat meer concreet te maken: de vertrouwenspersoon houdt zich bezig met opvang, begeleiding en ondersteuning van verenigingsleden en vrijwilligers wanneer hij/zij - te maken hebben (gehad) met ongewenst gedrag of ongewenste situaties zoals hierboven genoemd.
Belangrijk is steeds dat het gaat om iets waar jij last van hebt. Wat voor de een van geen betekenis lijkt kan voor een ander een kwelling zijn.
Wat kun je verwachten?
- Een luisterend oor
- Je wordt altijd serieus genomen
- Je kunt rekenen op absolute vertrouwelijkheid
Op welke manier er met de informatie wordt omgegaan, wordt bepaald tussen jou en de vertrouwenspersoon. Jij beslist uiteindelijk wat er daarna gebeurt.
Onze vertrouwenspersoon binnen de vereniging is: Kay Bosch
De vertrouwenspersoon is telefonisch bereikbaar op 06 113 556 99. Ook kun je het volgende mailadres gebruiken: [email protected]
Met de vertrouwenspersoon kun je een afspraak maken of een gesprek aangaan om jouw situatie te bespreken. Wanneer je het fijn vindt dat er iemand bij dit gesprek aanwezig is, geef dit aan. Het gaat erom dat jij je veilig voelt en het ongewenst gedrag of de situatie waarin je je niet prettig voelt kunt/durft te vertellen.
Stappenplan om ongewenst gedrag aan te pakken
- De aanpak van ongewenst gedrag start altijd bij de leider of trainer van het team. De leider/trainer spreekt direct of op zeer korte termijn met de desbetreffende persoon of personen. Aan de desbetreffende persoon of personen wordt duidelijk gemaakt dat het gedrag niet wordt getolereerd en dat bij herhaling een straf of sanctie zal volgen. Dat kan in de vorm van uitsluiting van trainingen en wedstrijden.
Van de leider/trainer wordt verwacht ongewenst gedrag te signaleren en hier adequaat naar te handelen. Indien wenselijk kan de leider/trainer de vertrouwenspersoon inschakelen. Er kunnen zich situaties voordoen waarin het lastig is om ongewenst gedrag bespreekbaar te maken met de leider of de trainer van een team. In dat geval kan er rechtstreeks contact op worden genomen met de vertrouwenspersoon.
- Indien het ongewenst gedrag aanhoudt, wordt dit vervolgens gemeld bij de vertrouwenspersoon. Deze hoort dit aan en wint informatie in.
Er zijn twee mogelijkheden;
- Er is geen sprake van ongewenst gedrag. Het probleem wordt afgehandeld door de
vertrouwenspersoon met betrokkenen.
- Er is sprake van ongewenst gedrag. De vertrouwenspersoon wint informatie en gaat verder met stap 4.
- Verdieping ongewenst gedrag/probleem door gesprek vertrouwenspersoon met leider/trainer, desbetreffende persoon/personen die het ongewenst gedrag vertoont en de persoon/personen die te maken hebben met het ongewenst gedrag, eventueel ouders. Het ongewenst gedrag en eventueel problemen worden besproken en er worden afspraken gemaakt.
- Er wordt een termijn afgesproken wanneer er wordt geëvalueerd om na te gaan of het ongewenste gedrag is gestopt.
- Als blijkt dat er na de afgesproken termijn geen wezenlijke verbeteringen zijn, wordt het ongewenst gedrag bekend gemaakt bij het desbetreffende bestuur en zal door hen een sanctie gesteld worden. De vertrouwenspersoon zal het desbetreffende bestuur hierin adviseren. De desbetreffende persoon die het ongewenst gedrag vertoont en zijn ouders worden door het clubbestuur schriftelijk op de hoogte gebracht van de sanctie. Tevens wordt het hoofdbestuur hierover geïnformeerd. Indien de vertrouwenspersoon adviseert om over te gaan tot schorsing of royement, dan wordt het hoofdbestuur betrokken. Het hoofdbestuur legt deze sancties op.
Wanneer er sprake is van of vermoeden is van een strafbaar feit of delict is het club/hoofdbestuur verplicht dit te melden bij de politie.
